Een confronterende oefening

Een tijdje geleden was ik bij een trainingsdag over radicale eerlijkheid.
We waren met ongeveer 18 personen. In een van de opdrachten kregen we allemaal 3 stokjes. De opdracht was om één voor één langs iedereen te lopen. Aan in totaal 3 personen kon je 1 stokje geven. De overige 15 dus niet. De opdracht was om tegen in totaal drie personen te zeggen: ik kies jou wel…. Aangevuld met redenen waarom je die specifieke persoon hebt gekozen. Tegen de overige 15 was het de taak om te zeggen: ik kies je niet. Ook weer aangevuld met redenen.

Het was meg confronterend en interessant tegelijkertijd. Sommige deelnemers losten het op door de eerste drie een stokje te geven en daarna als argument aan te dragen; ik kies jou niet omdat mijn stokjes op zijn. Dat was niet de opdracht. Ik moet zeggen dat ook ik die strategie overwogen heb maar al snel weer had los gelaten. Dat doet namelijk geen recht aan de eerste personen, die krijgen dan jouw stokje bij toeval. Het was een les in keiharde keuzes maken en die viel niet alleen mij zwaar! 

De vragen die ontstaan

Want ik kan 3 keer iemand kiezen, 3 personen in totaal, maar wie zegt dat ze voor mij gaan kiezen? En het is één voor één, dus je kunt ook geen keuzes ongedaan maken. Gaan sommige mensen helemaal geen enkel stokje krijgen? Van niemand? Vind ik daar dan iets van? En wat als ik zelf geen enkel stokje krijg? Hoe ga ik daarmee om? Gaan sommige mensen misschien wel heel veel stokjes krijgen omdat ze een bepaald charisma hebben en veel mensen voor die persoon kiezen. In één kleine oefening wordt ik geconfronteerd met de wereld van sociale relaties.

Er ontstaat een gesprek tussen een deelnemer en de trainer. De deelnemer is emotioneel en kan niet kiezen of niet afwijzen. En ik voel haar tweestrijd want ik ervaar die zelf ook. Deze oefening staat ook voor het leven in het grotere geheel. Leven is keuzes maken. Je kunt niet alles kiezen. Als je kiest voor het ene dan vallen er andere mogelijkheden af. Ik voel dat er waarheid zit in deze oefening maar die maakt het niet makkelijker. Er is dus altijd een bepaalde mate van verlies van de dingen waar je niet voor hebt gekozen en een nieuwsgierigheid naar dat pad. Het wordt me ook duidelijker dat de mate waarin je al geïnvesteerd hebt in iemand dat de kans vergroot om die persoon te kiezen als het klikte. De personen die samen geluncht hadden of een eerdere oefening samen hadden gedaan kozen voor elkaar in plaats van iemand met wie ze nog nauwelijks uitgewisseld hadden. Naar mate er meer tijd en energie in de ander is geïnvesteerd is het ook logischer om te kiezen.

Het nummer van Dunbar

Deze oefening maakte voor mij duidelijk dat er een groot verschil zit tussen familierelaties en sociale relaties.  Familierelaties zijn gegeven. Daar heb je geen invloed op, die zijn wat ze zijn. In de grotere sociale wereld gaat het juist om de keuzes in combinatie met bepaalde toevalligheden. Vriendschappen ontstaan op sportclubs, opleidingen en binnen bepaalde gemeenschappen en netwerken. En omdat die familieband er niet is vraagt het meer aandacht om deze relaties in stand te houden.

Dan is er ook nog zoiets als een maximum aan connecties die mensen hebben. Er is een fenomeen dat Dunbars nummer wordt genoemd. Hij is biologisch antropoloog en evolutie psycholoog en emeritus porfessor van de de universiteit van Oxford. Hij heeft onderzoek gedaan naar hoe groot een menselijk sociaal netwerk kan zijn. Het meest bekende getal is 150. Dat verwijst naar 150 personen waarmee we een band kunnen onderhouden. Daarboven is het eigenlijk niet meer mogelijk. Of dan vallen er mensen af.

Eigenlijk zijn er verschillende getallen in wat ik dan maar noem de Dunbar reeks.

En dat is dat we met 1- 5 personen een intieme band kunnen onderhouden. Een groot deel van de sociale tijd die iemand heeft gaat naar deze max. 5 personen. En misschien zijn het er geen 5 maar misschien maar 1 of 2. Nog eens tien andere zitten in een hechte ‘inner circle’. Hier zitten de hechte en dierbare vriendschappen.
Dan is er een grotere groep van nog eens 35 extra personen maakt totaal 50 aan ‘vrienden’. Deze 35 zijn vrienden die je graag ziet maar misschien ook niet heel vaak.

De 100 daarna zijn de overige mensen in jouw netwerk. Met een totaal van 150 mensen die je actief kent, waar je ook het een en ander van af weet, die je soms ziet en waarvan je weet wie ze zijn en wat ze doen. En dan zit je dus aan een max. van relaties die je kunt onderhouden.

Maar wacht even als je gaat tellen dan ken je toch veel meer mensen? Ja dat klopt. Mede dankzij sociale media en een volle druk bevolkte wereld. Na de 150 is er nog een schil met kennissen. De mensen die je steeds tegenkomt op de verjaardag van een van jouw vrienden maar met wie jij zelf niet actief contact onderhoudt. Of de mensen waar je een kort praatje mee maakt in de supermarkt omdat je steeds toevallig op hetzelfde tijd elkaar tegen komt. En dan zijn er nog eens 1000 extra van wie je hooguit het gezicht herkent en eventueel de naam weet. De mensen die je tegenkwam op een congres. Andere mensen op een sportschool die niet in jouw netwerk zitten.

Je echte en hechte netwerk stopt met ongeveer 150 personen. En binnen die 150 is het eigenlijk maar een groep van 15 personen naar wie zo ongeveer alle sociale tijd gaat die je hebt. En binnen deze personen kunnen ook nog familieleden zitten als deze tot jouw hechte vriendschappen behoren.

De kwaliteiten van sociale relaties

Iedere wereld van relaties komt met zijn eigen kwaliteiten, uitdagingen en aandachtspunten. De kwaliteit en mogelijkheden van deze sociale wereld is dat je er een vrijheid van keuze is. Binnen een familie moet je het doen met de normen en waarden die er gelden. Binnen jouw grotere netwerk kun je zelf kiezen met wie je graag wilt omgaan. (in ieder geval vandaag de dag!). Op basis van jouw interesses, jouw waarden en wat voor jou van betekenis is zal je een netwerk krijgen waarin dat overeenkomt. Stel dat je enorm veel van sporten houdt, dan ga je misschien op een vereniging of je ontmoet anderen die ook houden van moutainbiken, freerunning of ijshockey. Je gaat samen sporten, spreekt een keer af naderhand en misschien ontstaat er dan een hechte vriendschap waarbij je ook bij elkaar thuis komt.

Dit zijn dan voorbeelden in de ‘echte praktijk’ van de ‘stokjes-opdracht’. Je kiest voor iemand, om daar tijd mee te spenderen en die ander kiest ook voor jou.

Een andere kwaliteit van deze wereld van relaties is dat je de mogelijkheid hebt om met je vrienden te bespreken wat er met familie niet kan. Ik weet niet of je het fenomeen van familie- tam-tam kent? Dat binnen no-time iedereen op de hoogte is van de zere teen van neef Bram. Nou dat wil je niet altijd. Je wilt ook niet altijd dat iets wat nu speelt nog heel lang kan blijven hangen. Veel fijner om dat te kunnen bespreken met iemand die close met jou is maar niet met de ander. Omdat je vrienden kiest op basis van de toevalligheid plus investering van tijd en energie staan ze los van de familiesystemen en eventuele verwachtingen en verplichtingen. 

De keerzijde van keuze in vriendschappen

De keerzijde van vriendschappen en sociale relaties is dat deze makkelijker kunnen veranderen. Zeker bij verhuizingen, krijgen van kinderen, wegvallen van partners verschuiven de verhoudingen. Omdat Dunbar’s nummer gekoppeld is aan de tijd en energie investering in elkaar is het logischer dat hechte vrienden ook dichtbij elkaar wonen. Hoe meer tijd er in reizen en plannen gaat zitten, hoe minder er effectief overblijft als quality time. Wanneer de situatie verandert vraagt dit dus alertheid van alle kanten! Kun je nog voor elkaar kiezen? Hoe ga je samen verder? Accepteer je eventueel dat het niet meer lukt om in elkaars ‘inner circle’ te zitten. En hoe ga je dan samen het gesprek aan. Dat is echt totaal niet eenvoudig. De simpele en eigenlijk onschuldige oefening met drie stokjes heeft mij laten voelen hoe enorm ingewikkeld en soms schier onmogelijk dit is.

Ook hier werp ik een blik in het verleden. Hoe zit dit als we kijken naar de menselijke natuur. Sinds ik me verdiep in traditionele en steentijdtechnieken kijk ik ook naar de eenvoudigere vormen van menselijke samenlevingen. En heel simpel gezegd. Tot voor kort in de geschiedenis was er niet héél veel keuze. Mensen woonden in een klein dorpje, stadje misschien of binnen een stamgroep. Je hoefde niet naar werk te reizen, je ging niet emigreren en in het dorp kende iedereen elkaar. Je hoeft je niet af te vragen of je het ‘nog over hebt’ om twee uur heen en twee uur terug te reizen om een persoonlijk gesprek te hebben met een vriend. Ik denk niet dat het vroeger beter was, zeker niet zelfs. Wel denk ik dat het overzichtelijker was, duidelijker en rechtlijniger.

De uitdagingen die we nu ervaren in het navigeren van al onze relaties en vriendschappen is nu een stuk complexer geworden, verdeeld over verschillende contexten. Vrienden van de studie, van de sport, van de school van de kinderen. Met de een beleef je zus en met de ander beleef je zo. Dan de moderne media; tekstberichten en hoe die te interpreteren is al een hele kunst op zich. En tegelijkertijd ligt de wereld veel meer open. Zwaaide je vroeger een broer of zus uit die naar de andere kant emigreerde om letterlijk nooit meer te zien, en hooguit brieven mee te schrijven kun je nu contacten blijven onderhouden. Alle complexiteit komt samen met de vrijheid van keuze.

De groei ligt wat mij betreft in het zakken in de communicatie, vanuit het hoofd naar het hart. Oprecht spreken wat er in jou leeft. En wellicht ook eens eerlijk kijken naar Dunbars nummer. Lukt het nog om contacten te onderhouden? Wie wil je graag in jouw binnenste kringen? Dat is een vraag om mee af te sluiten en voor jou om eens over na te denken. 

Groet Iris